Informatie over het schermen en het ontstaan van de schermsport.


Wij zullen het schermen proberen uit te leggen in een aantal paragrafen. Natuurlijk schieten wij daarmee tekort omdat we er boeken over kunnen schrijven en naslaan. Onderstaande geeft dan ook een korte impressie van de sport.
1. Wat is schermen en schermsport
2. De wapens in de schermsport: floret, degen en sabel
3. De conventies in het schermen: recht van de aanval
4. De praktijk van het schermen
5. De wapenposities

1. Wat is schermen

Definitie schermen
Schermen is een sport waarbij je beiden eenzelfde soort wapen in je hand hebt en probeert een punt te scoren door op de juiste manier de ander te raken.

Definitie sport
Sport is een activiteit waar een organisatie achter zit die hun eigen waarden en normen hebben vastgesteld om zo met elkaar te kunnen spelen en wedijveren.

Ontstaan van de schermsport
Competitie in het schermen is zo oud als de schermkunst zelf. Toch was het pas bij de eerste moderne Olympische Spelen in 1896 dat het schermen – met floret en sabel – als moderne sport ontstond. Schermen met de degen is sinds 1900 een olympische sport. Schermen is een van de vijf sporten die sinds de eerste editie altijd op het programma van de Olympische Spelen hebben gestaan.

De eerste jaren van het schermen als sport waren chaotisch, met aanzienlijke onenigheid over de regels tussen de schermscholen uit verschillende landen, vooral de Franse en Italiaanse scholen. Deze toestand eindigde in 1913 met de oprichting van de Fédération Internationale d’Escrime (FIE) op een congres in Parijs. Vertegenwoordigers uit Duitsland, België, Bohemen, Frankrijk, Groot-Brittannië, Nederland, Hongarije, Italië en Noorwegen kwamen daar bijeen. Eerste voorzitter van de FIE werd de Belg Albert Feyerick. De missie van de FIE is het codificeren en reguleren van de schermsport, in het bijzonder voor de internationale competitie.

2. De wapens in de schermsport

Sportschermen wordt beoefend met drie soorten wapens:

Floret
De naam floret komt van het Franse woord “Fleur” (bloem) omdat het puntje of dopje wat op de oefenfloret zat veel op de knop van een bloem lijkt.
De floret is een licht steekwapen met een flexibele, rechthoekige kling, dat oorspronkelijk als trainingswapen dienst deed voor het duel wapen degen. Omdat er tijdens het oefenen met sabel of degen te veel doden en gewonden vielen, werd de floret uitgevonden. Nu is schermen met de floret een olympische sport voor zowel dames als heren.

Technische gegevens
Het maximale gewicht van het wapen is 500 gram en de maximale lengte is 110 cm. De floret bestaat uit een handgreep, een kom met een doorsnee van 9,5 tot 12 cm, een vierzijdige kling van 0,90 m en een elektropunt.

Gebruik
Geldige treffers kunnen enkel toegebracht worden met de punt. Het geldige trefvlak bestaat enkel uit de romp (voor en achter, dus het schermvest, zonder armen en met de keel-lap). In het moderne sportschermen, waarbij gebruikgemaakt wordt van elektrische trefferaanduiding, moet men de tegenstander treffen met de punt van het wapen met een kracht van minstens 4,9 newton (500 gram). Schermen met floret combineert de terughoudendheid van het schermen met de degen en de vaart van het schermen met de sabel.

Degen
De term komt uit de Franse Degen (Degué), dat zo veel als een lange dolk betekent. Het is een steekwapen met een lang, smal, driehoekig, elastisch en recht blad (de kling).Het ontwikkelde zich aan het einde van de 17e eeuw uit de rapier en was niet alleen in het leger, maar ook bij rijke burgers en edelen aanwezig. Bovendien werd vanaf het begin gebruikt bij het schermen, aangezien bij dit wapen het mogelijk was met Parade en Riposte te werken vanwege het lage gewicht en zwaartepunt.Sinds het begin van de 19e eeuw werden zwaarden alleen gedragen door officieren en de cavalerie. Zelfs vandaag de dag zijn er in verschillende onderdelen van defensie wapens die overeenkomstig met de degen gedragen worden.De moderne degen leunt het dichtst tegen het klassieke duelwapen aan. Schermen met de degen is voor zowel dames als heren een olympische sport.

Technische gegevens
De degen is een lang, recht steekwapen, met een kling die driehoekig is in doorsnede. De degen is weinig buigzaam. De kom is met een doorsnee van 13,5 cm relatief groot. Het wapen mag maximaal 770 gram wegen en heeft een maximale lengte van 110 cm. De driezijdige kling is 90 cm lang en heeft aan het eind een elektropunt.

Gebruik
Geldige treffers kunnen enkel toegebracht worden met de punt. Het geldige trefvlak beslaat het hele lichaam. De wapendruk ligt met 750 gram, 250 gram hoger dan bij de floret. Schermen met degen kenmerkt zich door de afwezigheid van het recht van aanval. Aanval en verdediging hebben een even belangrijke rol. Voor snelheid is eveneens een belangrijke rol weggelegd, doordat een verdedigende schermer ook voor een tegenaanval kan kiezen. Door de afwezigheid van recht van aanval is de afstand tussen de schermers op degen vaak groter dan bij de andere twee wapens.

Sabel
De sabel is een slag- en steekwapen. Schermen met de sabel is voor zowel dames als heren een olympische sport.
Technische gegevens
Het wapen mag maximaal 500 gram wegen en heeft een maximale lengte van 105 cm. De kom is relatief groot en gesloten. De kling van 88 cm is bij de kom driezijdig en naar de punt toe vierzijdig.

Gebruik
Treffers kunnen toegebracht worden met de punt, de snijkant, tegensnijkant en de platte kanten van het wapen. Het geldig trefvlak bestaat uit de romp (boven de middel), het hoofd en de armen. Vroegere ruiters raakten de tegenstanders altijd op de romp, omdat dat het effectiefst was. Schermen met de sabel kenmerkt zich door een vlot wedstrijdverloop en veel aanvallen op de tegenstander. Alles boven de (denkbeeldige) gordel is raakvlak, exclusief de beide handen.

Net als bij floret is er hier een “recht van de aanval” . Wanneer beide elkaar praktisch gelijk geraakt hebben krijgt de aanvaller het punt. de aanval kan overgenomen worden door goed te verdedigen.  Het tempo van sabel is echter anders dan bij floret waardoor er bij de beoordeling verschillen zijn.

3. De conventies (voorrang of het recht van aanval)

Het voorrangsprincipe bij floret en sabel houdt in dat de eerste persoon die een goed uitgevoerde aanval inzet, voorrang heeft. Eenvoudig uitgedrukt: als men wordt aangevallen, moet men zich eerst verdedigen vooraleer een tegenaanval in te zetten. Een aanval kan mislukken door pech, een slechte inschatting of door een actie van de tegenstander. Een goed uitgevoerde parade (de aanval met het eigen wapen afweren) zorgt ervoor dat de voorrang overgaat naar de verdediger, die nu de gelegenheid heeft aan te vallen (riposte). De oorspronkelijke aanvaller, nu verdediger, moet nu zelf de riposte van de tegenaanvaller afweren vooraleer zelf weer aan te vallen. Al dit staat of valt met het ongeveer gelijk raken. Raakt iemand duidelijk eerder of mist de ander dan is het voorrang niet van belang.

Ook kan bij een aanval, althans met de sabel, een voorhouw (of arrêt) worden gemaakt, waarbij veelal op de manchet van de tegenstander (het geldige (bovenste) deel van zijn handschoen) wordt gemikt. Deze moet echter wel voor de finale van de tegenstander hem raken (de finale is het einde van de aanval, waarbij de tegenstander daadwerkelijk probeert te raken), anders is de treffer niet geldig, en is het punt nog steeds voor de tegenstander.

Bij het moderne schermen wordt meestal elektrische trefferaanduiding gebruikt. In dat geval zullen beide schermers een treffer aanduiden wanneer ze elkaar raken binnen een bepaalde tijd. Op floret en sabel is het dan aan de scheidsrechter om te beslissen wie voorrang had in de actie, en dus het punt krijgt. Als de scheidsrechter die beslissing niet kan maken, wordt geen punt toegekend, en wordt het gevecht hervat van de plaats waar de schermers zich bevonden toen het gevecht werd stilgelegd. Dubbele treffers zijn alleen mogelijk op degen, maar daartoe moeten de schermers elkaar treffen binnen een zeer korte tijdsspanne. In dat geval krijgen beide schermers een punt.

4. De praktijk van het schermen

Bij het begin en het einde van elke wedstrijd groeten de schermers elkaar, de scheidsrechter en het publiek.

Wedstrijden worden geschermd op een loper (ook wel piste genoemd), waarop de twee schermers tegenover elkaar staan. In het moderne schermen is de loper tussen 1,5 en 2 meter breed, en 14 meter lang. De schermers vatten het gevecht aan tegen de stellingslijnen, vier meter van elkaar, in de schermhouding, beter bekend als de positie en garde.

Een scheidsrechter (vroeger de Voorzitter van de jury genoemd) leidt het gevecht en staat langs de zijlijn van de piste. De taken van de scheidsrechter zijn onder meer het bijhouden van de score en de tijd, het toekennen van punten en sancties en het bewaren van de orde op en rond de piste. De scheidsrechter wordt optioneel geassisteerd door twee baanrechters, een puntenteller en tijdwaarnemer.

Er bestaan twee vormen van competitie: Individuele competitie en equipe schermen.

Bij individuele wedstrijden – de meest voorkomende vorm van competitie – bestaan er verschillende formules.

  • Het gevecht op 5 treffers in een tijdsspanne van maximum 3 minuten effectieve schermtijd
  • Het gevecht op 15 treffers in een tijdsspanne van maximum 3 x 3 minuten effectieve schermtijd, telkens onderbroken door 1 minuut rusttijd (degen en floret)
  • Het gevecht op 15 treffers met een onderbreking van 1 minuut bij het bereiken van de 8e treffer (sabel)
  • Het gevecht op 1 treffer (degen bij moderne vijfkamp)
  • Het gevecht wordt door de scheidsrechter onderbroken indien er een treffer wordt gezet, een niet-reglementaire beweging wordt uitgevoerd, wanneer de lichamen van de schermers elkaar raken of een voet van een der schermers de grenzen van het terrein overschrijdt.

Een equipe bestaat uit drie schermers en eventueel één reserve.

Een ploegenconfrontatie wordt afgewerkt volgens het Italiaanse systeem. Dit betekent dat de drie schermers van ploeg A het opnemen tegen elk van de drie schermers van ploeg B, en dit in een relais-formule in blokken van 5 treffers. De volgorde van de gevechten wordt vooraf bepaald door de schermers zelf. Elke relais duurt maximum 3 minuten. De ploeg die als eerste 45 punten scoort, of leidt bij het verstrijken van de tijd, wint het gevecht.

5. Wapenposities

Twee zaken bepalen de positie van het wapen:

  1. de plaatsing van de kling ten opzichte van de hand (het uiteinde van de kling hoger/lager dan de hand) en
  2. de houding van de hand (met de vingers omhoog (supinatie), of met de vingers omlaag (pronatie)).
    Het schermen kent zo een achttal basisposities: prime, seconde, tierce, quarte, quinte, sixte, septime en octave.

Zo wordt bij quinte het uiteinde van de kling hoger dan de hand gehouden, met de vingers omlaag (pronatie); bij octave wordt het uiteinde van de kling lager dan de hand gehouden, met de vingers omhoog (supinatie). Gecombineerd vormen deze basisposities de belangrijkste parades.

Vier lijnen, twee hoge en twee lage, verdelen het bovenlijf van de schermer in een achttal segmenten. De basisposities corresponderen met een achttal plekken op het bovenlichaam van de tegenstander. De eerdergenoemde quinte en octave zijn gericht op respectievelijk het gebied linksboven en het gebied rechtsbeneden op het bovenlichaam. Controle over het wapen wordt uitgeoefend met de vingers, dit om tegemoet te komen aan de subtiliteit.